Aantal arbeidsongevallen privésector licht gestegen in 2022
Het aantal arbeidsongevallen in de privésector is licht gestegen in 2022: +1,1 % ten opzichte van 2021. Het totale aantal blijft onder het niveau van vóór de pandemie. Dat blijkt uit het nieuwste rapport van Fedris.
In 2020 daalde het aantal arbeidsongevallen drastisch door de COVID-19-crisis, die zowel het aantal werknemers als het aantal verplaatsingen sterk deed afnemen. In 2021 nam het aantal arbeidsongevallen door de werkhervatting weer toe, al bleef het ver onder het niveau vóór de pandemie. In 2022 kennen de arbeidsongevallen opnieuw een stijging, maar slechts een lichte; ze halen bijgevolg nog steeds niet het niveau van 2019. Het telewerken, dat na de crisis op grote schaal behouden bleef, verklaart meer dan waarschijnlijk waarom het aantal ongevallen laag blijft. Dit blijkt uit het statistisch jaarverslag 2022 van het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (FEDRIS).
Alles bij elkaar zijn er in de privésector in België 127.296 arbeidsongevallen aanvaard in 2022 (zowel arbeidsplaatsongevallen als arbeidswegongevallen), wat neerkomt op een stijging van 1,1% op een jaar tijd. Ten opzichte van 2021 stijgt het aantal arbeidswegongevallen met 14,8 %, om in 2022 uit te komen op 23.726. Het aantal arbeidsplaatsongevallen daalt daarentegen met 1,6 % en bedraagt 103.570 in 2022.
Ondanks de stijging van het totale aantal arbeidsongevallen, stellen we in 2022 een daling vast van het absolute aantal dodelijke ongevallen: dat zijn er 79, of 16 minder dan het jaar voordien (-16,8 %). Bij de arbeidswegongevallen gaat het om 29 ongevallen, wat 18 ongevallen minder is (-38,3 %); bij de arbeidsplaatsongevallen betreuren we 50 dodelijke ongevallen, en dus 2 ongevallen meer (+4,2 %).
Gevolgen van de arbeidsongevallen
In 2022 hebben de verzekeraars voor 10,6 % van de ongevallen een blijvende ongeschiktheid voorzien.
Bij de ongevallen op de arbeidsweg zijn de gevolgen in 2022 ernstiger, zoals ook de vorige jaren het geval was: het percentage ongevallen met voorziene blijvende ongeschiktheid (VBO) bedraagt 13,2 % bij de arbeidswegongevallen tegenover 10,0 % bij de arbeidsplaatsongevallen.
Ook is de graad van voorziene blijvende ongeschiktheid groter bij de arbeidswegongevallen dan bij de arbeidsplaatsongevallen. Zo wordt er voor 56 % van de arbeidswegongevallen met VBO een blijvende ongeschiktheid van meer dan 5 % voorzien. Deze ongeschiktheidscategorie vertegenwoordigt slechts 48% van de arbeidsplaatsongevallen met VBO.
Kenmerken van de arbeidsongevallen
Uit een verdeling van de ongevallen volgens geslacht en locatie (arbeidsplaats of arbeidsweg) blijkt dat mannen vaker het slachtoffer van een arbeidsplaatsongeval zijn (54,6 % in 2022) dan vrouwen (26,7% in 2022), al evolueren deze percentages (respectievelijk 58,1% en 26,1% in 2012). Vrouwen hebben daarentegen meer arbeidswegongevallen (9,6% in 2022) dan mannen (9,1% in 2022).
Op de arbeidsplaats zijn de 3 belangrijkste oorzaken voor ongevallen ‘verlies van controle over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp of dier’ (20 %), ‘bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting’ (19 %) en ‘uitglijden of struikelen met val, of vallen van personen’ (18 %). We stellen vast dat 29 % van de ongevallen met dodelijke afloop of met VBO toe te schrijven is aan uitglijden, struikelen of vallen.
U vindt het verslag van 2022 en alle geactualiseerde gegevens hier.